Acuut coronair syndroom (ACS): herkennen en juist handelen | GOED Academy – GOED. Academy
Acuut coronair syndroom (ACS): herkennen en eerste zorg

Acuut coronair syndroom (ACS): herkennen en eerste zorg

Acuut coronair syndroom (ACS): herkennen en eerste zorg

Een acuut coronair syndroom (ACS) is een verzamelnaam voor levensbedreigende hartproblemen, waaronder een hartinfarct en instabiele angina pectoris. In de zorg is het van groot belang dat je deze aandoening direct herkent en snel handelt. Tijd is letterlijk hartspier: hoe sneller iemand behandeld wordt, hoe groter de kans op herstel en overleving.

Wat is ACS precies?

ACS ontstaat wanneer een bloedvat dat de hartspier van zuurstof voorziet (kransslagader), plotseling (gedeeltelijk) wordt afgesloten. Dit kan door een bloedstolsel of door instabiele plaque die scheurt en het vat vernauwt. Hierdoor ontstaat zuurstoftekort in het hartweefsel met als gevolg weefselsterfte of dreigende schade.

We onderscheiden drie vormen:

  • Instabiele angina pectoris (dreigend infarct)
  • ST-elevatie myocardinfarct (STEMI)
  • Niet-ST-elevatie myocardinfarct (NSTEMI)

Alle drie vallen onder de noemer ACS en vereisen direct medisch ingrijpen.

Symptomen van ACS: waar moet je op letten?

Een acuut coronair syndroom kent een aantal typische maar soms ook subtiele signalen:

  • Pijn of drukkend gevoel op de borst, vaak uitstralend naar kaak, arm of schouder
  • Kortademigheid
  • Misselijkheid, zweten en bleekheid
  • Onrustig of angstig gevoel
  • In sommige gevallen: plotselinge extreme vermoeidheid (vooral bij vrouwen of ouderen)

De klachten verdwijnen vaak niet in rust (in tegenstelling tot stabiele angina). Als zorgverlener is het belangrijk om snel in te schatten of er sprake kan zijn van ACS, zeker als iemand eerder hartproblemen heeft gehad of risicofactoren kent zoals hoge bloeddruk, diabetes of roken.

Eerste zorg bij vermoeden van ACS

Bij het vermoeden van een acuut coronair syndroom geldt: geen tijd verliezen.

  • Laat de cliënt stoppen met wat hij/zij aan het doen is, en laat hem zitten of liggen in een comfortabele houding.
  • Bel onmiddellijk 112 en geef door dat het mogelijk om een hartinfarct gaat.
  • Vraag naar medicatie: sommige mensen dragen een nitroglycerinespray of tabletten. Laat deze gebruiken volgens voorschrift.
  • Blijf rustig bij de cliënt en observeer bewust: ademhaling, kleur, bewustzijn.
  • Dien geen eten of drinken toe.
  • Indien beschikbaar en opgeleid: bereid een AED voor in geval van bewustzijnsverlies of hartstilstand.

Laat de cliënt niet alleen. Houd contact, stel gerust en geef regelmatig updates aan hulpdiensten.

Nazorg en begeleiding ACS

Na een ACS volgt vaak ziekenhuisopname, dotterbehandeling of een bypassoperatie. Als zorgprofessional ben je betrokken bij de nazorg: wondzorg na ingreep, medicatie-instelling, leefstijlcoaching en psychosociale begeleiding. Let op bij signalen van angst of depressie deze komen regelmatig voor na een hartinfarct en verdienen aandacht.

.template-page h1 { display: none; } .blog-articles-list { display: grid; grid-template-columns: repeat(auto-fit, minmax(320px, 1fr)); gap: 2rem; }